We hebben momenteel een technisch probleem (afbeeldingen worden niet weergegeven). We zijn er mee bezig. Bedankt voor je geduld!

Ga naar hoofdinhoud

Debunking myths #3: Homo hominis lupus est

Droge druif - mindfulness

Dit artikel geeft niet het standpunt weer van Extinction Rebellion, maar de mening van een rebel binnen de Myth Debunkers for XR” groep. Hoe de groep artikels opstelt en selecteert lees je hier op ons community forum: https://base.extinctionrebellion.be/t/myth-debunkers-for-xr-group-creation/787.

Myth 3: podcast
Beluister de podcast, die we maakten voor dit artikel (Frans gesproken) op Soundcloud

Ik ben Mathilde, lid van Extinction Rebellion, PhD in materiaalwetenschappen en maker van elektronische muziek. Ik word gedreven door het behoud van sierlijkheid en door verwondering, wat zich soms vertaalt in de strijd voor het behoud van het leven. Ik geloof in de kracht en de noodzaak van transformatie van de verbeeldingen door de transities die plaatsvinden, namelijk door kunst en het doorsijpelen van ideeën komend uit schijnbaar onsamenhangende velden.


De mens is voor andere mensen een wolf, de vernietiging van de planeet zit in onze genen, en er is niets dat we er aan kunnen doen...

Is de mens echt een wolf voor de mens?

Deze uitdrukking, die we te danken hebben aan Hobbes, een 17e eeuwse filosoof, is vandaag de dag zo populair dat ze veel zaken stilzwijgend legitimeert, gaande van individualisme, tot de vernietiging van de planeet, tot agressief gedrag, en zelfs de sterke en zogezegd noodzakelijke onderdrukking door de staat[1].

Achter dit idee gaat een neurobiologische rechtvaardiging schuil: wij zijn dieren die genetisch geprogrammeerd zijn om elkaar te domineren en onze planeet te plunderen.

Om te begrijpen waarom we fluitend koffie drinken terwijl we op een bom zitten[2] , en wat we eraan kunnen doen, is het daarom interessant om ons te verdiepen in de tegengestelde krachten die elkaar in onze hersenen confronteren en die op het eerste gezicht onverenigbaar lijken: enerzijds het maximaliseren van het kortetermijnplezier en het versterken van het dominantiegedrag, en anderzijds het overleven van de soort, hetgeen onzeker is, rekening houdend met de huidige ecologische- en klimaatscatastrofe.

Ik stel dus voor om deze neurowetenschappelijke overtuigingen onder de loep te nemen om hun beperkingen te benadrukken om tenslotte een aanvullende en noodzakelijke verduidelijking voor te stellen.

Dit artikel is geschreven vanuit een rijk westers land, verwijst naar de materiële overvloed die hier heerst en de mensen die ervan profiteren. Ik ben me er echter van bewust dat deze situatie verre van veralgemeenbaar is of door iedereen gelijkaardig wordt ervaren.

In een tijd waarin het overleven van de soort afhing van ons vermogen om te domineren, te eten en te reproduceren

Het striatum is het centrum van de stimulatie en van het leren. Dopamine is een hormoon, vaak gekend als het beloningshormoon, dat bijdraagt aan de ontwikkeling van leercircuits.

Bij voorbeeldige gedraging (hetzij die acties die een voordeel bieden aan de uitvoerder ervan ten opzichte van andere individuen, zoals het vinden van een stukje kaas in een doolhof) komt er een bepaalde hoeveelheid dopamine vrij. De gedraging geeft een voordeel om te overleven, dus het leren van de route die leidt tot de kaas moet worden aangemoedigd. Aangezien alle levende soorten proberen te overleven, wordt elke actie die hieraan bijdraagt gestimuleerd door een hormonale beloning.

Een evolutionair voordeel impliceert een verbetering van het gedrag.

Maar welk gedrag vertegenwoordigt een specifiek evolutionair voordeel? Het reproduceren van de soort, het domineren van anderen, het verkrijgen van informatie over onze omgeving en voedselvoorzieningen.

Kort gezegd, ons striatum fluistert ons toe: "Ga, eet zoveel als je kunt, want voedsel wordt niet gegeven in deze wereld. Ga, copuleer zoveel mogelijk, want hoe meer je het doet, hoe meer kansen je hebt om je genen door te geven aan het nageslacht. Ga, toon jezelf belangrijker dan de anderen, want zo verzeker je jezelf van een situatie die je materiële middelen en seksuele partners garandeert. [...] En doe dit meer dan de anderen, want als je dat niet doet, zullen je genen overweldigd worden door die van je concurrenten. ».[3]

Het voorbeeld van de kleine visjes met de naam Burtoni, uit de cichlidenfamilie, kan licht werpen op het belang van dominantie: na een overwinning van een tegenstander laat deze soort een hormoon vrij dat zijn geslachtsorganen stimuleert. De testikels worden groter en produceren meer sperma. In de verslagen tegenstander gebeurt het tegenovergestelde.[4]

In dit voorbeeld lijkt het duidelijk dat dominante individuen zich sneller voortplanten. Het is dus een evolutionair voordeel om te domineren.

Het striatum. De echte (en enige) verantwoordelijke voor de vernietiging van de planeet?

Is de hunkering naar sociale status, seks en voedsel schadelijk op zich? Wat is er bijvoorbeeld mis met twee wederzijds toestemmende volwassenen die 40 keer per dag de liefde wensen te bedrijven?

Instrumentalisering van ambities in een kapitalistische handelscontext

Hier is de wrijving.
Aan de ene kant vormt het streven naar dominantie een probleem in de sociale context, omdat het het schadelijk waardensysteem waarin we leven voedt: mannen domineren vrouwen; blanken domineren de rest; rijken de armen; cis de niet-cis; heteros de non-heteros; volwassenen de kinderen; mensen de niet-mensen...

Langs de andere kant vertaalt de wens ander te domineren zich ook in een streven naar eigendom. Ik ben sterker, ik ben beter dan jij, omdat ik meer heb dan jij.
En dit wordt problematisch in een context waarin objecten niet uit een toverhoed komen, maar gemaakt zijn van grondstoffen waarvan de winning en de transformatie de levenden vergiftigen. Overconsumptie en overproductie liggen aan de basis van de onomkeerbare ineenstorting van ecosystemen.

Deze vernietiging komt niet (uitsluitend) voort uit verlangens op zich, maar uit de confrontatie tussen deze miljarden hersentjes die allemaal hongeren naar meer (meer seks, sociale status, voedsel, informatie) en van een industrieel en politiek apparaat dat voor het eerst ooit in staat is om iedereen te voorzien van tien paar schoenen, drie computers, gefrituurde kip en porno naar believen. Niet alleen zijn deze verlangens beschouwd als deugdig, ze worden ook aangemoedigd en gemonetariseerd. Dit alles zonder dat de productieprocessen ons duidelijk zijn.

Bovendien willen we niet alleen geld, een horloge of een auto hebben, we willen DE nieuwe auto die onze buurman niet heeft, zoals de vice-president van General Motors in de jaren twintig van de vorige eeuw al zei: "de sleutel tot economische voorspoed is het creëren van georganiseerde ontevredenheid".[5]

Ontevredenheid wordt gefaciliteerd door bepaalde hersenfuncties: een studie toont aan dat de pleziercircuits in monopoliespelers worden geactiveerd wanneer ze meer geld ontvangen dan hun tegenstanders,[6] een andere studie toont aan dat het niet zozeer het absolute loon is dat voor ons telt, maar het relatieve loon: we willen iets boven de anderen staan.[7]
We zijn daarom (onder andere) efficiënt geprogrammeerd om onszelf te vergelijken met anderen en willen meer hebben dan zij. Het is verrassend dat dit niet leidt tot een duidelijke differentiëring tussen individuen, of tot een maatschappij waar excentriciteit koning is, maar eerder neigt naar de homogenisering van gedrag op basis van inkomen (consumptie- of massacultuur). Door te proberen boven je buurman te staan, eindig je een beetje zoals de persoon met wie je je vergelijkt en die hetzelfde probeert...

Deze functionaliteiten waarvan onze overleving in het verleden van afhing (zich voeden, reproduceren, domineren) evolueren door genetische mutaties op tijdschalen die veel groter zijn dan die van maatschappelijke veranderingen.

Als het dus 200.000 jaar geleden in ons belang was om ons maximaal voort te planten en te eten van zodra we dit konden, in een context waarin de menselijke soort anderen niet domineerde, dan is dat vandaag de dag geen voordeel meer.

Kan er dan, terwijl we wachten op de volgende evolutionaire mutaties, niets gedaan worden om uitsterven te voorkomen?

Wanneer ons striatum (ook) goed is

Een van de eerste nuances die we in dit sombere portret van ons striatum moeten aanbrengen, is dat het ons ook in staat stelt om mooie dingen te doen: de ambitie om boven anderen uit te stijgen is bijvoorbeeld een sterke motor voor transformatie en creatie, die weliswaar niet als kardinale waarden moet worden opgericht, maar die toch mede verantwoordelijk zijn voor bepaalde sierlijke dingen in deze wereld, zoals bijvoorbeeld het nummer Blue Horizon van Sydney Bechet.

Er moet ook worden opgemerkt dat bepaalde "deugdzame" gedragingen ook worden aangemoedigd, zoals altruïsme en delen.[8]

We kunnen leren om andere gedragingen te waarderen, en we kunnen nieuwe aanstekelijke sociale normen creëren. Geef het striatum een koekje van eigen deeg.

De kwestie is bepalen of we dit spel wel willen spelen: zelfs indien het nieuwe snobisme zou bestaan uit onbaatzuchtigheid en milieuvriendelijk, in plaats van zoals nu het eigenaarschap van een 4x4, kunnen we er vrij zeker van zijn dat dit de problemen in verband met het bestaan van dominantie niet zou verhelpen: iemand die op de fiets rijdt zal iemand die op zijn gemak op een 4x4 rijdt kunnen verachten, en de patronen van dominantie zullen eenvoudigweg worden getransponeerd. Andere actoren, dezelfde spelregels.

Het brein is meer dan alleen het striatum. En als we nu eens op excursie zouden gaan rond de prefrontale cortex?

Sydney Bechet, jazzklarinettist. Is het verlangen naar sociale dominantie niet een belangrijke motivator voor veel kunstenaars?

Tegen het ongeduld, de uitgestelde bevrediging (delayed gratification)...

In de dierenwereld is er meestal een overlevingsvoordeel om elke kans die zich voordoet onmiddellijk te grijpen.[9]
Bij de menselijke soort geven we ook vaak voorrang aan het heden boven de toekomst. Er is bestudeerd dat wanneer er een toekomstige beloning wordt aangekondigd, de vrijgave van dopamine in verhouding staat tot de tijd die verstrijkt tussen de aankondiging van de beloning en de inlossing ervan[10].

Een van de verklaringen voor deze keuze van prioriteiten kan liggen in de onzekerheid van de toekomst: als we niet weten wat er morgen (of over 50 jaar) zal gebeuren, waarom onszelf dan beperken of waarom veranderen? Als ik de directeur van een olieplatform ben, waarom zou ik dan stoppen met boren, aangezien ik er over 50 jaar niet meer ben? En mijn kinderen? Zij zullen geld hebben om beschut in geklimatiseerde huizen te wonen.

Deze relatie tot de tijd, deze onmiddelijkheid, maakt deel uit van ons biologische determinisme. Maar ook hier is dit geinstrumentaliseerd: het afwachten tot het vervullen van eendert welk verlangen dient de dag van vandaag zo min mogelijk zijn. We zien dit in de groei van snelle bezorgingsdiensten, premium abonnementen, kant-en-klare maaltijden, de verkozen media voor informatie (facebookposts, twitter), de ontwikkeling van technologieën die ons meer, en snellere, dingen willen bieden, zoals 5G.
Onze mentale middelen om af te wachten nemen af en onze afhankelijkheid van onmiddelijkheid neemt van generatie op generatie toe.[11] Op maatschappelijk vlak versterkt dit de sociale ongelijkheid en wordt het de oorzaak van volksgezondheidsproblemen. Dwangmatig gedrag kan leiden tot obesitas, soa's, verarming, verslaving, psychologische problemen...

Moeten wachten of zich vervelen is een symbool geworden van middelmatigheid, van falen, van iets missen. Het ontstaan van dit "gat" is nog een bewijs: zo gebeurt het wel eens dat een vriend.in me opbelt (of ik een vriend.in bel) om te vragen of ik eerder beschikbaar ben, om te voorkomen dat hij/zei een "gat" heeft in zijn middag? Het onverwachte, het moment dat niet "volledig" is, en in het verlengde daarvan een bepaalde dimensie van chaos, moet ten koste worden vermeden. Terwijl het vaak net in deze zwevende momenten is dat de dingen die ons dwarszitten, ons betoveren, die we met enthousiasme kunnen vertellen, naar boven kunnen komen.

Dus, enthousiast om te lezen over hoe je de dwang van het Nu kunt omzeilen?

Misschien bent u bekend met de beroemde studie van de marshmallow. In 1972 stelde de psycholoog Walter Mishel van Stanford aan kinderen een keuze voor: nu één marshmallow of binnen 10 minuten er 2 krijgen.

Deze studie bestudeert wat men de uitgestelde bevrediging noemt, waarbij de frontale cortex, de zetel van de wil en de planning, een idee aanwezig houdt in het bewustzijn doorheen minuten, dagen, maanden, zelfs jaren. Het komt bijvoorbeeld tussenbeide wanneer er een groter voordeel is in het ontkennen van een direct plezier. Het is het centrum van de planning, een echte teletijdsmachine voor het reizen naar de toekomst.

Net als in de marshmallow-experiment, doen we vaak dingen in ons leven omdat we geloven in het voordeel dat ons gedrag op lange termijn biedt, en dus niet op korte termijn. Daarom studeren we: studeren geeft ons een uitgesteld voordeel en geeft ons a priori toegang tot een aangenamer leven.
Deze mogelijkheid (om te kiezen voor uitgestelde bevrediging) is niet aangeboren en kan worden geleerd: Jiska Peer heeft gemeten dat de frontostriatale bundel van kinderen die kiezen voor de uitgestelde bevrediging beter ontwikkeld is.[12]

We hebben dus de mogelijkheid om dit vermogen te ontwikkelen, voornamelijk tijdens de kindertijd en de adolescentie, wanneer de verbindingen tussen de frontale cortex en het striatum zich kunnen versterken.[13] Door inspanning kan de toekomst voorrang krijgen op het heden.

Het striatum een koekje van eigen deeg geven, onze cortex er bij betrekken ... Wat heeft ons bewustzijn hier eigenlijk over te zeggen?

Tegen de impuls in, het volwaardige bewustzijn

Ik neem een rozijn in mijn hand. Ik spendeer enkele minuten met het observeren, het bekijken van de reflecties, het uiterlijk, de kleurschakeringen, luister ernaar, wrijf het over mijn lippen. Ik leg het in mijn mond, zonder te bijten, ik voel het op mijn tong, met aandacht voor wat het met me doet.

Als ik uiteindelijk erin bijt, wordt het plezier en de voldoening van het bijten vermenigvuldigd op een zeer aangename manier.

Minder, maar beter

En volwaardig bewustzijn, het bewustzijn van gebaar en smaak, is een effectieve behandeling van obesitas gebleken: het gaat om het herwinnen van de controle over dwangmatig gedrag, en het bestrijden van het bias van de temporele devaluatie.[14]

En wanneer we geconfronteerd worden met bevelen om te consumeren, om een weekendje Madrid te nemen, om een baan met een dubieuze moraal te aanvaarden, zijn we als een dwangmatig individu: alles, meteen, ongeacht de gevolgen.

Maar dankzij het bewustzijn zijn we in staat om beter te genieten, om minder nodig te hebben, om telkens te herevalueren wat we verlangen, om de tijd te nemen.

Het bewustzijn stuit op sterke marktverboden. Er is een onteigening van onze gevoelens, een vervanging door eigendom (van voorwerpen of ervaringen), en ons inkomen: zo volstaat in de zomer niet meer de wind en de zon op de huid, maar hunkeren we naar de zon van de Malediven (499,9eur voor 5 nachten op hotel). Jogging is niet meer enkel lopen, het is lopen met Adidas sneakers. Het werk dat gedaan wordt door marketing, zo vertelt C. Salmons ons in Storytelling, is het vervangen van de sensaties door ervaringen. Ik koop geen Nike meer, maar de schoenen van Sofia, een jonge Molenbeekse militante. Ik ben meer slechts een jogger, ik wordt ook een militante die een moeilijke reis doorstaan heeft.

Laten we de foto een beetje meer uitzoomen. Striatum, cortex, bewustzijn. Hoe zit het met de relatie tot de anderen in dat alles?

De voldoening van het proeven van deze druif kan worden vertienvoudigd door de "bewustwording" van hoe hij eruit ziet, ruikt, klinkt, wat de texturen zijn.

Wederzijdse hulp en symbiose - andere wetten van de jungle

Deze titel komt dicht in de buurt van een boek van Pablo Servigne en Gauthier Chapelle. Daarin stellen ze dat in veel soorten diegenen die moeilijke omstandigheden overleven vaak niet de sterkste zijn, maar net de meest solidaire.

Deze theorie komt overeen met die van Pierre Kropotkin, die voorbeelden hiervan onderzoekt in verschillende soorten: "degenen die het beste weten hoe ze zich moeten verenigen en de concurrentie weten te vermijden, hebben de beste overlevingskansen en kansen op progressieve ontwikkeling".[15]

Een ander voorbeeld is het werk van William Muir omtrent het 'super-hen-model', waarbij het isoleren van de meest concurrerende individuen (in dit geval de productie van eieren) negatieve effecten heeft op de groepsdynamiek (individuen vallen elkaar aan en doden elkaar), en het kan de toename van productiviteit tegenwerken.[16]

Deze constatering levert een duidelijk tegenargument op tegen het Sociaal Darwinisme, dat de evolutietheorie wil transponeren naar menselijke samenlevingen: de sterksten zullen overleven, de zwaksten zullen worden geëlimineerd. Het is in de fragiele verhouding tussen concurrentie//coöperatie dat er een niet-destructieve vorm van evenwicht gevonden kan worden voor de samenleving als geheel: dit wordt symbiodiversiteit genoemd. De samenlevingen die de meeste kans hebben om te overleven en zich te ontwikkelen zijn niet de samenlevingen die alleen maar ultra-performante elementen hebben.

Bovendien is de strategie om de meest efficiënte/performante elementen te assembleren en te isoleren wijdverspreid in de wereld van de grote bedrijven (Amazon, General Electrics, Microsoft ...) en, niet verrassend, ... in de wereld van voetbal! Deze strategieën, die bijzonder schadelijk zijn voor de werknemers, zijn ook niet gunstig voor de club: zelfs Real Madrid doet het minder goed wanneer de meest hoogbetaalde voetballers erin verzameld zijn![17]

Sergio Ramos, verdediger van Real Madrid, in flagrante overtreding. Is het samenbrengen van de hoogstbetaalde spelers wel een goed idee?

Wij, mensen, zijn dus dieren die door onze biologische determinismen individueel worden aangemoedigd om te eten, zich voort te planten en te domineren. Maar wederzijdse hulp blijft centraal staan binnen de strategieën die in onze genen zijn gegrift en waarop het voortbestaan van onze soort berust. De mens is dus geen wolf voor de mens, en al zeker niet in crisissituaties.

Maar wat weegt de cerebrale plasticiteit van een kind dat geleerd wordt om niet meteen alle frambozen te eten, in een context van oorlog? Als we enkel en alleen door ons brein worden bepaald, en als het ons ertoe brengt om anderen en het milieu schade toe te brengen, waarom zouden we dan, in tegenstelling tot het dominante westerse model, samenlevingen vinden die duurzaam met hun omgeving samenleven?[18]

Pure gedragsbiologie bestaat niet

Biologische verklaringen stellen ons in staat om fenomenen als de overheersing van de ander, consumptie en vernietiging van de planeet te begrijpen. De kennis van deze biologische determinismen is voor mij een noodzakelijke stap om me ervan te kunnen bevrijden, zoals Henri Laborit het in L'homme Imaginant verdedigt, maar dit is ook van toepassing voor de kennis van onze sociale determinismen. Onze interacties, onze structuren beïnvloeden onze hersenen, en vice versa.

Desondanks dat de sociale wetenschappen minder geïnteresseerd zijn in de oorsprong van de overheersing/dominantie dan in haar verschijningsvormen, haar structuren en de instrumenten die haar op haar plaats houden, bieden ze toch verklaringen en denkpistes om de eenvoudige programmering van individuen om hun omgeving te vernietigen te betwisten en te omzeilen[19].

We op zijn zowel een samenraapsel van genen, bepaald door ons striatum en door de versterking van beloningscircuits, als dat we individuen zijn die geboren worden in structuren die intrinsiek en diepgaand racistisch, seksistisch, transfobisch, homofoob en speciesistisch zijn, die het individualisme aanmoedigen en angst en verwerping van wat we niet kennen bevorderen.

Men zou er duizenden voorbeelden van kunnen noemen, de berichtgeving omtrent de islam in de meeste Franse media, het feit dat verslaggevers wordt gevraagd "angsten te ensceneren in plaats van realiteiten "[20] , dat een zwarte man in de VS 21 keer meer kans heeft om door de politie te worden gedood dan een blanke man[21], of het feit dat 53% van de films die in 1995 en 2005 werden geproduceerd met door mannen geschreven scripts de Bechdel-test niet heeft doorstaan[22].

Men zou ook het wijdverspreide idee kunnen aanhalen dat al sinds de vierde eeuw voor Christus in zwang is: "dat iedereen vooral aan zijn eigen belangen denkt, bijna nooit aan het algemeen belang "[23]. Hoewel eigenbelang een krachtige drijfveer is, valt het idee dat eigenbelang en het algemeen belang twee orthogonale richtingen zijn voor mij in de categorie van de ideologieën, niet die van absolute waarheden.[24]

In plaats van te zoeken naar de aard van het ei of de kip, van de natuur of de cultuur, laten we ons concentreren op het identificeren en transformeren (of vernietigen) van de giftige walmen die ons verstikken.

Herbewustwording... en de macht teruggrijpen...

Al deze sleutels om ons individueel niveau te begrijpen en te beantwoorden kunnen tegengewichten worden in het evenwicht tussen sociale rechtvaardigheid en milieubescherming.

Dus laten we leren om van de druif te genieten, laten we waarde hechten aan uitgestelde bevrediging.

De cognitieve dissonantie (d.w.z. dat overtuigingen afhankelijk zijn van de context) doet echter wonderen. Zelfs moest de CEO van Total van zijn druif genieten, zou hij waarschijnlijk tussen twee yogasessies door zijn handtekening kunnen zetten op exploratievergunningen die de planeet en haar bewoners vernietigen.

Dus hoe goed we ook weten hoe we de roep van "alles, nu" kunnen weerstaan, we ons bewustzijn, onze frontale cortex en die van onze kinderen kunnen trainen, we ook inspelen op samenwerking, zolang we blijven leven in een wereld met direct voldoening van stimuli, zolang de olielobby's een miljard dollar kunnen betalen om klimaatbeleid tegen te werken[25], is al dit misschien niet genoeg.

Naast deze individuele hefbomen, waarvan het effect mij significant lijkt, moet de verdeling van de macht volledig opnieuw worden geëvalueerd, bijvoorbeeld door de oprichting van burgerassemblees. De staat en de economische structuren moeten door middel van collectieve actie grondig worden gewijzigd. "Om te kunnen handelen, moeten mensen samenkomen".[26]

"Hoe bereiken we dit?"blijft een delicatvraag. Ik zal u kort mijn antwoord geven, een van de vele antwoorden die allemaal net zo geldig zijn: burgerlijke ongehoorzaamheid en de kracth van verbeelding.

Durf nee te zeggen. Te weigeren. Sta op en loop weg. Wees ongehoorzaam aan de orde die niet meer aan de kant van de levenden staat. Bezet. Gebruik je priviliges en geef ze vervolgens op, zodat er steeds minder van zijn. Weiger het ene uniek verhaal te geloven.

Droom. Oefen het oog om het leven dat tussen de ruïnes groeit te zien en erdoor geïnspireerd te worden. Of om een glimp op te vangen van de gratie binnen het onbepaalde. Verander grondig de woordenschat: de utopisten van gisteren zijn de realisten van vandaag.

Vlecht samen met anderen hier en nu het zachte tapijt waarop we morgen voet aan wal willen zetten.


Literatuurlijst

[1] Rutger Bregman, Humankind, a hopeful history

[2] Deze zin komt uit het boek The Human Bug, van Sebastien Bohler, die de belangrijkste bron van informatie en inspiratie was voor dit artikel.

[3] Sebastien Bohler, The Human Bug, p44

[4] R.D. Fernald et K. Maruska, Social information changes the brain, Proceedings of the National Academy of Sciences of the USA, vol 109, pp 17194-17199

[5] J. Rifkin, The end of work, 2006

[6] N. Bault, M. Joffily, A. Rustidhini, G. Coricelli, Medial prefrontal cortex and striatum mediate the influence of social comparison on the decision process, Proceedings of the National Academy of Sciences of the USA, vol 108, pp 16044-16049, 2011

[7] F. Cheung, R.E. Lucas, Income inequality is associated with stronger social comparison effects : the effect of relative income on life satisfaction. Journal of Personality and Social Psychology, vol 110, pp332-341, 2016

[8] A Soutschek, C.J. Burke, A.R. Beharelle, R. Schreiber, S.c. Weber, I.I. Karipidis J. ten Velden, B. Weber, H. Haker, T. Kalenscher, P.N. Tobler, The dopaminergic reward system underpins gender differecens in social preferences, Nature Human Behavior, vol. 1, pp 819-8279, 2017.

[9] J. Stevens et D. Stephens « The adaptive nature of impulsivity » in Impulsivity : the behavorial and neurological science of discountin, sous la direction de gregory J. Madden and Warren K. Bickel (Washington DC : American Psychological Association, 2010), pp361-388, 2010

[10] W. Schultz, « dopamine reward prediction error coding », dialogues in clinicc neuroscience, vol 18, pp 23-32, 2016

[11] L. Stanney, Because we can : a study of millennial impatience and the rise of the next day delivery, a dissertation submitted in partial fulfilment of the requirements of the degree BA(Hons) New Media, school of media and communication, university of leeds, 2017

[12] J.S. Peper, R.C. W. Mandl, B.R. Braams, E. de Water, A.C. Hijboer, P. Cedric, M.p. Koolschijn, E.A. Crone, « Delay discounting and frontostriatal Fiber tracts : a combined DTI and MTR study on impulsive choices in healthy young adults » , cerebral cortez, vol 23, pp 1695-1702, 2013

[13] H. Wake, PR Lee, RD Fields, « « contrôle of local protein synthesis and initial events in myelination by action potentials », science, vol 333, pp 1647-1651, 2011

[14] A. Ruffault, S. Czernichow, M. Hagger, M. Ferrand, N. Erichot, C. Carette, E. Boujut, C. Flahault, « The effects of mindfulness trianing on weight-loss and health-related behaviours in adults with overweight and obsesity : a systematic review and meta analysis », obsesite research and clinical practice, vol 11, pp 90-111, 2016

[15] P. Kropotkin, Mutual Aid: A Factor of Evolution, 1902

[16] Muir, W. M. (2013). Genetics and the Behaviour of Chickens: Welfare and Productivity. In Genetics and the Behaviour of Domestic Animals. 2 (2nd ed.). pp. 1–30

[17] https://evonomics.com/why-stacked-ranking-is-the-destructive-employer-practice/

[18] https://reporterre.net/Philippe-Descola-La-nature-ca-n-existe-pas

[19] De kwestie van de opzettelijkheid van deze aanmoediging, die vaak aan de orde wordt gesteld, lijkt mij het effect dat we hier proberen te beschrijven te onderstrepen, evenals het bezwaar dat het systeemeigendom van deze onderdrukkingen niet in aanmerking wordt genomen omdat de mechanismen ervan niet volledig bekend zijn.

[20] https://www.scienceshumaines.com/comment-les-medias-francais-voient-l-islam_fr_4780.html

[21] https://www.propublica.org/article/deadly-force-in-black-and-white

[22] Deze test kwalificeert films waarin ten minste twee vrouwen (achternaam/voornaam) in het werk voorkomen, die samen praten, en die praten over iets dat geen verband houdt met een man.

[23] Aristote, Politique

[24] Ik heb niet genoeg tijd om in detail te treden op dit punt, dat een eigen artikel verdient. Het lijkt me duidelijk dat, vanuit een karikaturaal oogpunt, degenen die het meest te verliezen zouden hebben bij het maximaliseren van het algemeen belang, de dominante minderheid zijn. Veel maatregelen die het algemeen belang zouden bevorderen, worden (omdat ze via een smal spectrum worden geanalyseerd) behandeld als zijnde in directe tegenspraak met persoonlijke belangen.

[25] https://reporterre.net/1-milliard-de-depenses-en-lobbying-par-les-petroliers-contre-la-poiltique

[26] Saul Alinsky, Être radical : manuel pragmatique pour radicaux réalistes

Gepubliceerd door

XR Myth Debunkers

Meer uit ons blogarchief